De Kumu of Komo leven ten oosten van Kisangani in het noorden van Maniema. Ze onderhouden nauwe banden met de buurlanden Mituku en Lengola. Een van de belangrijke objecten van hun cultuur is het nsembu-masker.

De zeldzame Nsembu-maskers, die in paren bewegen, zijn nauw verbonden met het bestaan van inwijdingsverenigingen die specifiek zijn voor het Kumu-volk, maar ook voor hun zuiderburen Lega. Het gebruik van nsembu is beperkt tot de nkunda-vereniging die gereserveerd is voor waarzeggers, babankundu. Het komt tussenbeide tijdens de initiatierituelen waarbij de aanvragers, ouders van een overleden waarzegger, op hun beurt het geheime genootschap integreren. Het masker wordt gezien als de incarnatie van de geest van waarzeggerij en kan alleen door ingewijden worden gezien. Zo worden tijdens een nachtelijke ceremonie de nsembu-maskers, biangolo de vader en ibole de moeder van ongondo de niet-ingewijden, in een versierde doek gewikkeld en door de toekomstige waarzeggers naar het dorp gebracht.

Volgens Christopher Roy draagt het dansende paar een kostuum versierd met schors en riet in een specifiek huis met een kegelvormig dak, versierd met geschilderde houten panelen. Wanneer ze onder het geluid van hoorns naar buiten gaan, voeren de maskers een dans uit, zittend op een bankje, zwaaiend met hun hoofd en armen. Daniel Biebuyck wijst in dit verband op de gelijkenis van deze tradities met die van de grote lega muminia-maskers die in het inwijdingshuis dansen.

Bijbel. : D. Biebuyck, 1986; L. Felix, 1989; C.Roy, 199. Petridis, 1993.